De doodstrijd van Hoekstra

De Nederlandse christen-democraten zijn volop bezig met het ‘managen’ van een heuse existentiële identiteitscrisis. In gewoon Nederlands: de patiënt ligt onomkeerbaar op sterven, maar weet het zelf nog niet. Christen-democratie, een land besturen, waarbij één hand op de bijbel wordt gelegd en de andere hand wordt gebruikt om neo-liberale industriëlen en grootverdieners te masturberen. Een land besturen op basis van een religie is nooit een goed idee geweest. Ga dat maar eens navragen in asielzoekerscentra. Christen-democratie dus, een vleesgeworden anachronisme. Ooit, lang geleden, kon de pastoor nog tegen de industrieel van het dorp zeggen : “Hou jij ze arm, dan houd ik ze dom.” Die tijden lijken allang voorbij. Als er ergens op deze planeet een windje wordt gelaten door een beroemdheid, dan is die scheet luttele seconden later groot nieuws aan de andere kant van de wereld. Lang leve persvrijheid en lang leve social media. Dat is een goed ding, zou je zeggen en dat is ook zo. De belangrijkste basisvoorwaarde voor het goed functioneren van een democratie is – naast het integer onderhouden van de Trias Politica – is de instandhouding van persvrijheid en vrijheid van nieuwsgaring. Lang leve de democratie.
Een m.i. goede definitie van democratie is: ‘bestuursvorm waarbij de belangen van minderheden worden beschermd.” In dat licht bezien, past het integer onderhouden van de democratie in het christen-democratisch denken. Het was immers een ‘kerntaak’ van Jezus om de zieken, de zwakken, de misselijken en minderheden te beschermen.

Een vraag die bij me opkomt:
Geen van deze partijen konden zelfstandig beschikken over een parlementaire meerderheid na verkiezingen (gelukkig maar), dus werden ze gedwongen met elkaar samen te werken om een regering te vormen.
Daardoor hadden de confessionele partijen altijd een luxe-machtspositie, want zonder hen kon zeer lange tijd geen meerderheidsregering worden gevormd. Die confessionele bloedgroepen vormden samen één partij, het CDA, en eigenlijk was toen al voorspelbaar dat die partij, op zijn minst ideologisch, ten onder zou gaan. In 1994 was het feitelijk zover. De PvdA ging regeren met de VVD. De linkse Gutmensch ging vreemd met de rechtse Egoist de Duivelse christelijke-democratie buitenspel te zetten. Dat betekende dat de christelijke-democraten openlijk hom of kuit moesten kiezen: zijn de ideologische veren (voor zover aanwezig) links of rechts gekleurd. Nu was die vraag voor politieke duiders makkelijk te beantwoorden: partijen die hun identiteit ontlenen aan de Bijbel zijn per definitie behoudende partijen. Erkennen dat religies geen ideologische rol zouden moeten mogen spelen in het landsbestuur zou immers politieke zelfmoord betekenen. Een middenpartij die na elke dag verkiezing probleemloos regeringsverantwoordelijkheid kan claimen is een ideale hangplek voor mensen met macht en kapitaal om vandaar uit hun machtsbasis te behouden of zelfs uit te breiden. Niks geen visies over hoe je een rechtvaardige en gezonde samenleving inricht. Niks geen visies over hoe je de door Jezus zo hartstochtelijk beleden Eerlijk Delen omzet in landsbestuur op basis van solidariteit en democratie (staatsvorm, die de belangen van de minderheid beschermt?)
Bij de oprichting van het CDA riep Van Agt (KVP): “We gaan niet links, we gaan niet rechts, we gaan rechtdoor”) Vrij vertaald” wij gaan daarheen, waar macht beschikbaar is. Wij doen whatever necessairy om macht te behouden. En als dat met de Duivel moet: so be it!” Overigens is dat verre van nieuw. De VVD is sinds haar bestaan de meest favoriete coalitiepartners van het CDA (voorheen van KVP en CHU) Bij de ARP (de ‘linkse’ poot van het CDA lag dat anders. Met name voorman Wim Aantjes zag dat confessionele partijen ideologisch gezien linkse veren zouden moeten hebben. Hij werd ten tijde van de CDA-vorming uit de politiek gegooid.
Het CDA werd een ordinaire rechtse partij en deed geen enkele moeite meer dat te verbloemen. Schaamteloos ‘hoogtepunt’ in deze was de coalitie-samenwerking met anti-democratisch xenofoob en racist Geert Wilders. Tijdens het CDA-congres, die deze coalitie-samenwerking goedkeurde waren nog nét geen strak geheven linkerarmen te zien, maar vele geesten in de partij waren er wél rijp voor (een Hitler-groet brengen kan strafbaar zijn, als je dat maar fanatiek genoeg doet, maar het roepen van “Heil Verhagen! , Heil Mijn Leider, of “Zege Maxime!” het kan allemaal niet anders dan belachelijk, carnavalesk klinken.